26/09/2010

Democratische bescherming van de minderheden: wat met de taalgemengde gezinnen?

Sinds geruime tijd slaan Vlamingen en franstaligen elkaar om de oren met het argument dat er geen respect zou opgeleverd worden voor de (taal)minderheden : in Vlaanderen, in de Rand, wordt het de franstaligen het leven vaak zuur gemaakt op administratief gebied (ook al zouden kleine taalinspanningen van franstalige nieuwkomers in de Rand meer dan welkom zijn), terwijl in Brussel, tweetalige stad en Regio, het Nederlands nog steeds het zwakke broertje is en de taalwetgeving -ook op administratief vlak- aan de laars wordt gelapt.

Vlamingen die naar Wallonië verhuizen of er gevestigd zijn, vormen blijkbaar geen probleem: tot hiertoe heb ik nooit gehoord dat er 'faciliteiten' door die groep geclaimed zou worden (op de enkele en sinds lang bestaande faciliteitsregelingen na).

Zorgwekkend is de manier waarop er vandaag omgegaan wordt met taalgemengde gezinnen. In de meeste andere landen worden taalgemengde gezinnen (bijvoorbeeld Engels/Spaans) met beide handen toegejuicht: een meerwaarde voor de kinderen, zo wordt gesteld, een kansje meer in het leven en een open kijk op de wereld.

Niet zo in België, waar de taalgemengde gezinnen vaak als 'vreemde eenden' door het leven gaan.

Steeds meer leven Vlamingen en franstaligen naast elkaar, als ze al niet beginnen elkaar uit de weg te gaan om conficten te vermijden. Wellicht vanuit een defensieve houding, maar psychologische studies (*) tonen aan dat de confrontatie met de andere (cultuur) de kans biedt om psychische mechanismen te ontwikkelen die plaats schenken aan « de andere », die het « andere » aanvaardbaar maakt, waarbij een mogelijkheid tot dialoog ontstaat, hoe moeilijk ook, zodat moeilijke dingen kunnen verwoord worden en verschillen aanvaard.

Het zou daarom een goede zaak zijn ons oor wat meer te luister te leggen bij taalgemengde gezinnen om te putten uit hun ervaringen.

Onze media treffen wellicht ook schuld aan dit vervreemdingsverschijnsel: ze zenden enkel negatieve signalen uit – good news is no news- en angst doet natuurlijk verkopen.

Bij wijze van voorbeeld: de laatste maanden stonden de kranten vol van de zogenaamde « Maddens-doctrine » (vereenvoudigd gezegd: « Onderhandel met de franstaligen wanneer zij op hun knieën komen bedelen »), daar waar er zeer beperkte aandacht werd geschonken aan de voorstellen van bvb de professoren Van Parijs (die opkomt voor een -zij het gelimiteerd- nationaal kiesdistrict) of Philippe Destatte (die pleit voor een federale Staat die stoelt op vier gewesten).

Je moet als taalgemengd gezin echt op je hoede zijn, je niet laten meeslepen door makkelijke slogans die doorgaans kwetsend zijn voor de andere taalgemeenschap. Pijnlijke dingen moeten doorgepraat worden in alle openheid en zonder vooroordelen, waarbij de ene de andere zijn « groot gelijk » niet wil opdringen. Een hele opdracht.

Conclusie is voor mij dat in het algemeen, meertaligheid in alle gevallen een troef is, en dat de wederzijdse kennis van de andere taal heelwat misverstanden zal verhinderen.

Maar als we verder gaan in het opsplitsen van het land in taalgemeenschappen en het ophitsen van de ene gemeenschap tegenover de andere, zullen we vroeg of laat onze stem moet laten horen als « minderheid » in dit land, en wie weet, beroep moeten doen op de Europe wetgeving inzake bescherming van de minderheden (voor zover een minderheid niet moet bestaan uit een homogene taal- of cultuurgroep).

(*) Rimé Bernard en anderen: « Emotions et attitudes face aux relations entre les communautés linguistiques en Belgique chez des répondants francophones et néerlandophones de différentes orientations politiques ».

No comments: